Deel op

Implementatie van de Belgische aanbevelingen voor de aanpak van chronische nierinsufficiëntie.

Chronische nierinsufficiëntie (CNI) is een veelvoorkomende aandoening die in stijgende lijn voorkomt, voornamelijk door diabetes en hypertensie. Het ziekteverloop is vaak stil en traag, waardoor vroege opsporing moeilijk blijft. In België behoort de prevalentie van terminale CNI tot de hoogste ter wereld. Naast de zware impact op de levenskwaliteit van patiënten brengt CNI ook aanzienlijke kosten met zich mee voor de samenleving, vooral door chronische dialyse. Nochtans kan een vroegtijdige opsporing en opvolging de evolutie van de ziekte afremmen en de zorg voor patiënten aanzienlijk verbeteren.

Om eerstelijnszorgverleners te ondersteunen, zijn de voorbije jaren verschillende richtlijnen ontwikkeld: de nationale richtlijn (Domus Medica, 2012), de multidisciplinaire richtlijn (WOREL, 2016) en de dieetrichtlijn (UCLL, 2020). De uitdaging bleef echter om ervoor te zorgen dat deze aanbevelingen ook daadwerkelijk ingang vonden in de dagelijkse praktijk van huisartsen en diëtisten.

Het project

Dit project had als doel het implementatieniveau van de bestaande aanbevelingen te evalueren en concrete verbeterpunten in kaart te brengen. Twee trajecten werden parallel uitgewerkt:

  • Huisartsgeneeskunde: uitgevoerd door Antares Consulting, met geaccrediteerde workshops waarin huisartsen via zelfevaluaties en uitwisseling met collega’s konden reflecteren op hun praktijk. De resultaten tonen een wisselende implementatiegraad van de aanbevelingen en wijzen op de noodzaak om de kennis, de multidisciplinaire samenwerking en de betrokkenheid van de patiënt te versterken.
  • Diëtetiek: gecoördineerd door UCLL, waarbij diëtisten hun werking evalueerden via vragenlijsten en groepssessies. Hieruit kwamen een tekort aan permanente vorming, een beperkt aantal gevolgde patiënten en een onderbenutting van diëtetische begeleiding in de eerste lijn naar voren.

Beide trajecten kwamen samen in multidisciplinaire sessies, wat resulteerde in 20 aanbevelingen, gegroepeerd in zes actieterreinen:

  1. De kennis van zorgverleners over de aanpak van CNI versterken.
  2. Relaties, communicatie en informatie-uitwisseling verbeteren.
  3. Een betere opvolging van patiënten met CNI verzekeren.
  4. De toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van het zorgtraject vergroten voor zowel patiënten als zorgverleners.
  5. Het patiëntgerichte handelen en de eigen regie van de patiënt versterken.
  6. Een betere registratie van patiëntgegevens binnen het zorgtraject waarborgen.

Praktische informatie

Projectcoördinatie:

Perceel 1 : Antares / Perceel 2 : UCLeuven – Limbourg (UCLL)

Projectleiders:

Perceel 1: Stéphane Le Grand / Perceel 2: Erika Vanhauwaert (UCLL)

Uitvoeringsjaar:

2019-20

Looptijd:

18 maanden

Betrokken beroepsgroepen:

Huisartsen en diëtisten