Deel op

Aanbevelingen voor de opvolging en revalidatie van covid-19-patiënten in de eerste lijn na ontslag uit het ziekenhuis.

De COVID-19-pandemie heeft de gezondheidszorg in België grondig door elkaar geschud. Waar de eerste aandacht vooral uitging naar ziekenhuiszorg en intensivecare-afdelingen, kwam al snel een nieuwe uitdaging naar voren: de begeleiding van patiënten die weken na hun infectie nog steeds kampen met aanhoudende klachten. Vermoeidheid, kortademigheid, pijn, cognitieve en emotionele problemen of het verlies van geur- en smaakzin kunnen hun levenskwaliteit blijvend aantasten en vragen om een gestructureerde aanpak.

Een duidelijke nood aan gevalideerde aanbevelingen

Tot voor kort werd de eerstelijnszorg gestuurd door uiteenlopende procedures, vaak gebaseerd op expertconsensus maar onvoldoende onderbouwd door wetenschappelijk bewijs. Dit leidde tot grote variatie in de praktijk en tot een reëel risico op onderbehandeling. Om hieraan tegemoet te komen, werd een interdisciplinaire richtlijn ontwikkeld door KU Leuven en gevalideerd door Cebam, met als doel de kwaliteit van opvolging en revalidatie in de eerste lijn te harmoniseren en te versterken.

Doelstellingen van de richtlijn

De richtlijn formuleert concrete aanbevelingen over:

  • de diagnostiek van aanhoudende klachten (≥ 4 weken) na COVID-19,
  • revalidatietherapieën, zowel fysiek als psychologisch,
  • de opvolging van het verloop van klachten en hun impact op het dagelijks leven (werk, onderwijs, vrije tijd),
  • de doorverwijzing van patiënten naar gespecialiseerde zorg wanneer nodig.

De richtlijn richt zich in de eerste plaats tot huisartsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psychologen, logopedisten en diëtisten, maar is ook relevant voor maatschappelijk werkers en voor de tweede lijn (longartsen, cardiologen, revalidatie-artsen, neurologen, psychiaters, geriaters, enz.).

Het patiëntperspectief centraal

De richtlijn benadrukt het belang van heldere en eerlijke communicatie tussen zorgverleners en patiënten:

  • erken de realiteit van aanhoudende klachten, ook al tonen klassieke onderzoeken niet altijd afwijkingen aan,
  • leg de huidige wetenschappelijke onzekerheid en het ontbreken van een eenduidige behandeling uit,
  • pas de revalidatieadviezen aan de individuele patiënt aan, zeker bij inspanningsintolerantie.

Deze aanpak sluit aan bij de verwachtingen van patiënten: betrouwbare informatie, toegang tot gespecialiseerde expertise en een gecoördineerde opvolging.

Praktische aanbevelingen in de eerste lijn

Na een eerste raadpleging bij de huisarts zijn er drie mogelijke scenario’s:

  1. Geen probleem vastgesteld: de patiënt krijgt informatie en zelfmanagementadvies.
  2. Probleem dat opvolging vereist in de eerste lijn: opstart van een mono- of multidisciplinaire aanpak met herbeoordeling na 6 tot 8 weken.
  3. Groot probleem: doorverwijzing naar de tweede lijn, met opvolging en coördinatie door de huisarts.

Meer dan alleen een richtlijn: indicatoren en implementatie

Het project leidde ook tot de ontwikkeling van een reeks indicatoren om de implementatie van de richtlijn te evalueren, en tot een implementatieplan met analyse van drempels, hefbomen en acties die de toepassing van de aanbevelingen bevorderen.

Deze richtlijn is een essentiële stap naar geharmoniseerde, interdisciplinaire en wetenschappelijk onderbouwde eerstelijnszorg voor patiënten met aanhoudende klachten na COVID-19, en ondersteunt tegelijk zorgverleners in een domein dat voortdurend in ontwikkeling is.

Praktische informatie

Projectcoördinatie:

Consortium onder leiding van de KU Leuven Research & Development

Uitvoeringsjaar:

2021

Looptijd:

11 maanden

Betrokken beroepsgroepen:

Huisartsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, klinisch psychologen, logopedisten en diëtisten. Ook relevant voor maatschappelijk werkers en zorgverleners in de tweede lijn (longartsen, cardiologen, revalidatieartsen, pneumologen, NKO-artsen, neurologen, psychiaters en geriaters).